Op 14 april gaven Daria van den Bercken en Britten Sinfonia een verbluffende eerste uitvoering van mijn nieuwe Rhapsody voor piano en strijkers in Milton Court Concert Hall, die warm werd ontvangen door het publiek. Volgens de Arts Desk was het stuk 'gericht op speels plezier'. Dat was het zeker. De episodische vorm, gestuurd vanuit de piano, deed denken aan Rhapsody in Blue, maar dan geworteld in een folky modaliteit waar Gershwin jazz gebruikte. Er waren knipogen naar Bach in de fuga die in de laatste delen ontstond - bassist Benjamin Russell toonde vlotte vingers - en het spel van Van den Bercken was parmantig en vol karakter.' In de dagen daarna voerden ze de Rhapsody uit in Saffron Walden en Norwich.
Op woensdag 19 april vindt de Nederlandse première plaats tijdens het openingsconcert 'Free the piano' van de Piano Biënnale 2023 in Nijmegen. Tickets zijn verkrijgbaar via deze link. Daar kun je het stuk ook horen als onderdeel van de innovatieve 3D muziektentoonstelling 'Listen First'. Registreer je hier voor een gratis tijdslot.
Over Rapsodie voor piano en strijkers
Tijdens het schrijven van mijn Rhapsody voor piano en strijkers wilde ik iets speels, energieks, groovy, schaamteloos en leuks creëren. Iets dat een beetje zou aanvoelen alsof je naar een avonturenverhaal voor kinderen luistert, hoewel ik geen echt verhaal in gedachten had. Jaren geleden schreef ik drie muzikale sprookjes voor viool solo en piano. Oorspronkelijk was ik van plan er vier te schrijven, maar de laatste is er nooit van gekomen. Het muzikale thema van het vierde sprookje bleef me echter al die jaren bij, wachtend om te worden uitgewerkt en uiteindelijk besloot ik dat te doen. Een andere belangrijke inspiratiebron is Bach. Toen Daria me benaderde om een nieuwe compositie te schrijven, was Bachs Brandenburgs Concerto no. 5 (BWV 1050.2). Ik heb er veel naar geluisterd en het heeft me zeker geïnspireerd, maar ik raakte ook in de ban van zijn d-klein concerto (BWV 1052) met zijn niet aflatende tempo, continue energie en sterke ritmische componenten. In de Rapsodie hoopte ik deze gedrevenheid te evenaren. Ik heb veel gebruik gemaakt van de 12/8 maat (soms 6/4), die zowel in groepen van vier of drie kan worden onderverdeeld, waardoor groovy poly-pulsen mogelijk zijn en ook een aantal speelse poly-puls polyfone passages (probeer dat maar eens heel snel te zeggen!). Een prachtig voorbeeld van deze techniek vond ik in een fuga in d mineur uit Bachs Wohltemperierte Klavier nr. 2. Maar Bach was niet de enige inspiratiebron. Omdat de structuur van het stuk op een reis lijkt, kon ik uit verschillende muzikale talen putten om een verscheidenheid aan kleuren en sferen te creëren. In het stuk speelt de piano vaak de rol van de hoofdpersoon - variërend in stemming van dapper en stoutmoedig tot dromerig naïef of hopeloos romantisch - maar op andere momenten vertellen de strijkers hun eigen verhaal of nemen ze het zelfs helemaal over.