Ballade
Fluit I
Fluit II / Piccolo
Hobo
Engels
Klarinet in Bes I
Klarinet in Bes II / Basklarinet Fagot I
Fagot II
Hoorn in FI
Hoorn in F II
Hoorn in F III
Hoorn in F IV
Trompet in Bes I
Trompet in Bes II
Trombone I
Trombone II
Tuba
Harp
Piano
Percussie (vibrafoon, driehoek)
Viool I
Viool II
Altviool
Violoncel
Contrabas13'
AVROTROS Vrijdagconcert
8 maart 2024
TivoliVredenburg Utrecht
Radio Filharmonisch Orkest onder leiding van Hannu Lintu
Geïmproviseerd karakter
De in 1993 in Amsterdam geboren Mathilde Wantenaar sleepte al vele prijzen in de wacht, met als meest recente wapenfeit de Buma Classical Award 2023. Deze ontving ze afgelopen december in het Konzerthaus Wien, voorafgaand aan de wereldpremière van haar voor Vincent van Amsterdam en het Weens Radio Symfonie Orkest gecomponeerde Accordeonconcert. De prijs van auteursrechtenorganisatie Buma/Stemra gaat naar de componist die in een bepaald jaar de meeste auteursrechten vergaarde. Dat de prijs vorig jaar naar Wantenaar ging is geen wonder, want haar muziek paart een opvallend melodisch en harmonisch vernuft aan een indrukwekkende klankrijkdom en intense lyriek. Deze borduurt voort op de klassieke en romantische traditie, maar is toch geheel van onze tijd. Veel van haar stukken worden ook na de première vaker uitgevoerd, zoals het Octet voor strijkers en Prélude à une nuit Américaine die in 2019 al klonken in het AVROTROS Vrijdagconcert en zeer enthousiast werden ontvangen. In haar 12 minuten durende stuk haakt Wantenaar aan bij het Vioolconcert van Sibelius: ‘De textuur en speelwijze van de strijkers aan het einde zijn ontleend aan de opening van diens Vioolconcert. De laatste noot van mijn stuk is een G, de toon waarmee de solo viool inzet. Zo lost Ballade als het ware op in de zilveren mist waarin zijn concert begint.’ Sowieso was de opening van Sibelius’ vioolconcert een bron van inspiratie, vervolgt ze: ‘Met name de rust, het zwevende en het bijna improviserende karakter van de melodie van de solist.’ Opvallend is dat niet de viool, maar de piano het stuk opent. ‘Ik had een beeld voor ogen van een jazzpianist, die in alle vrijheid aan het spelen en improviseren is. Om dat stromende, ritmische en dansante en tegelijkertijd vrije en zoekende te vangen, heb ik de muziek een enigszins spontaan en geïmproviseerd karakter gegeven.’ De titel kostte haar, zoals altijd, enige hoofdbrekens: ‘Ik wil niet te veel invullen, maar wil wel een titel die mooi past bij het stuk. Daarom kies ik vaak voor “klassieke titels” die breed geïnterpreteerd kunnen worden. Ballade heeft iets dansachtigs, zangerigs en verhalends en, net als de “Ballad” uit de lichte muziek, heeft het een rustig tempo en een melancholieke sfeer. Vanwege de jazzy ondertoon heb ik nog gedacht aan “Ballad in Blue”, maar ik vreesde dat dit verwarring zou kunnen oproepen met Gershwins Rhapsody in Blue. – Lachend: ‘Maar ik begin alweer te twijfelen…’
DE VOLKSKRANT: Sterviolist Alina Ibragimova schittert in Sibelius’ Vioolconcert in TivoliVredenburg.
Het Radio Filharmonisch klinkt onder dirigent Hannu Lintu zelfs op de lastigste plekken transparant en gebalanceerd.
Niet één, niet twee, maar drie hoogtepunten, afgelopen vrijdag in TivoliVredenburg te Utrecht. Het Radio Filharmonisch Orkest speelt onder leiding van de Finse Hannu Lintu een driedelig programma dat bestaat uit Carl Nielsens Vijfde symfonie, het Vioolconcert van Sibelius – met in de hoofdrol Alina Ibragimova – en een première van de Nederlandse componist Mathilde Wantenaar.
Haar gloednieuwe Ballade is typisch Wantenariaans: eclectisch, pretentieloos en verzadigd van Franse nostalgie. Je waant je in een Parijse salon tijdens het fin de siècle, een opnamestudio in vooroorlogs New Orleans en een achterbuurt in Buenos Aires. Charmante trombones ontmoeten zijdezachte violen, maar Ballade blijft wat fragmentarisch en komt nergens écht los. Tijdens de groovy passages wens je dat The Buddy Rich Band op het podium staat, want klassiek ingestudeerde jazzritmen wankelen als een pasgeboren geit op stijve pootjes.
Dat neemt niet weg dat het Radio Filharmonisch simpelweg tot de beste orkesten van Nederland behoort. Onder dirigent Lintu klinkt het zelfs op de lastigste plekken transparant en gebalanceerd: van Sibelius’ lage, borrelende orkestraties tot de ijzig hoge violen in de snelle fuga van Nielsens Vijfde symfonie.
Sterviolist Ibragimova schittert in Sibelius’ Vioolconcert. Ze raast virtuoos en vurig boven op de donkere orkestpartij. In solopassages eist de Russisch-Engels violiste het podium op met een sentimenteel rubato. Ze komt ermee weg. Net als met de slordigheidjes in de hondsmoeilijke vioolpartij, die onvermijdelijk zijn als je er zoveel passie in legt. Na een overweldigende Vijfde symfonie van Nielsen hoop je op meer Scandinavische muziek in de Nederlandse concertzalen. Misschien kan de Finse Klaus Mäkelä, vanaf 2027 chef-dirigent bij het Concertgebouworkest, daarvoor zorgen.
Dennis Weijers, De Volkskrant, 10 maart 2024.