Meander
Fluit
Altfluit
Hobo
Cor Anglais
Klarinet in Bes I
Klarinet in Bes II
Fagot I
Fagot II
Hoorn in FI
Hoorn in F II
Hoorn in F III
Hoorn in F IV
Trompet in Bes I
Trompet in Bes II
Trombone I
Trombone II
Bas Trombone
Tuba
Pauken
Tamtam
Vibrafoon
Harp
Viool I
Viool II
Altviool
Cello
Contrabas11'
Rotterdams Philharmonisch Orkest
Rotterdams Philharmonisch Orkest, o.l.v. Lahav Shani.
30 september 2021, De Doelen, Rotterdam
Mathilde Wantenaar voelde dat ze iets wilde schrijven dat zou stromen. Ze kwam uit bij de rivier. Wat haar daaraan fascineert is de grote min of meer constante vorm die meanderend maar heel langzaam verschuift, terwijl het water in de rivier eindeloos doorstroomt. 'Ik voelde me geïnspireerd door de geleidelijk toenemende kracht van de stroming die uiteindelijk barst in de meanderdoorbraak. Dat is de vorm van het stuk geworden.
DE VOLKSKRANT: Rotterdams Philharmonisch Orkest laat Wantenaars rmuziek meanderen als de rivier die ze voor ogen had.
Sjostakovitsj swingt als een Latijns-Amerikaanse dans op de vingers en hoge hakken van pianist Yuja Wang.
Het bleek geen onenightstand. In 2019 schreef Mathilde Wantenaar (nu 28) al een stuk voor het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Donderdag ging in De Doelen nieuwe muziek van haar in wereldpremière onder leiding van chef-dirigent Lahav Shani: Meander.
Muziek als een rivier, dat had Wantenaar voor ogen. Meegevoerd door soezerige violen, hoor je ineens een stroomversnelling in de fluiten. In halvetoonafstanden en veranderende klankvelden hoor je het water stromen. In de schuimige zachtheid van de strijkers dringt zich ook de vergelijking met Debussy op.
Dan hoor je harpakkoorden die de rust bieden van een bredere bedding. Maar niet voor lang: vanuit de diepte gorgelen lage strijkers, rommelen de pauken en geven hoorns kolkende signalen. Toegankelijk en beeldend is Wantenaars muziek, het RPhO is de juiste tolk.
Afstudeerstuk
Dan stevent de Chinese pianist Yuja Wang, op de typerende héél hoge hakken, op de vleugel af: Sjostakovitsj’ Tweede pianoconcert. Hij schreef het als afstudeerstuk voor zijn zoon. De buitendelen zijn lichtvoetig en vrolijk, het middendeel onverholen romantisch.
Koddige houtblazers beginnen met een marsachtig melodietje. Al snel neemt een schijnbaar onverstoorbare Wang het over. Het derde deel swingt als een Latijns-Amerikaanse dans. Wang veert soms op van haar pianokruk terwijl ze het orkest uitdaagt met haar vingers als tentakels over de toetsen.
In de Symfonische dansen van Rachmaninov omhelzen strijkers de altsaxofoon (bravo, Johan van der Linden). Onder de rustige armslag van Shani komen de verschillende instrumentale lagen bloot te liggen. De stevige muziek is breekbaarder dan anders.
Jason Hillebrand, NRC, 1 oktober 2021.