Vioolconcert
Soloviool
Piccolo
Fluit
Hobo I, II
Cor anglais
Klarinet I, II, III, IV
Basklarinet
Fagot
Contra-fagot
Hoorn I, II, III, IV
Trompet I, II, III
Trombone I, II
Bas trombone
Tuba
Pauken
Percussie
Harp
Viool I
Viool II
Altviool
Cello
Contrabas35'
NTR ZaterdagMatinee, Ondersteund door Stichting Vrienden van de Matinee
Simone Lamsma en Het Radio Filharmonisch Orkest o.l.v. Karina Canellakis.
24 september 2022, Concertgebouw, Amsterdam
“Het openingsthema van het eerste deel is een langzame, vloeiende, best zwoele melodie die iets heel liefs en tegelijk iets dreigends heeft. In het begin klinken er in de orkestbegeleiding alleen maar open kwinten. Die hebben een stabiele klank, maar
ook open en wijds, en heel rustig. De solist is dan de enige die de terts aanraakt, wat mogelijkheden geeft om alles anders te kleuren door met majeur en mineur te spelen. Als contrast klinkt de tweede melodie licht en dansachtig, misschien ook een beetje naïef. Deze twee thema’s vormen de kern van het hele werk. Aanvankelijk wilde ik het eerste thema naar een duistere climax ontwikkelen, vanwege de verwrongenheid die erin zit. Ik heb uiteindelijk iets verzonnen om dit verwachtingspatroon te doorbreken. De climax van het eerste deel is nu juist heel warm geworden, maar na de solocadens loopt de energie helemaal weg. Het tweede deel is extreem statisch. In het begin zit de soloviool verstopt in een warm koperakkoord. De solopartij klinkt ver weg, introvert en emotieloos. De klanken van de soliste schuiven over die van de koperblazers heen of komen eruit voort. Er komt een strijkkwartet tevoorschijn, dat voor een intieme klank zorgt. Tot drie keer toe herhaalt de langzaam dalende en droevige melodie zich, waarna we terug bij af zijn. Dat het derde deel het langste is geworden, komt doordat ik zoveel plezier had om eraan te werken. Nu is er een hoofdrol weggelegd voor het dansende tweede thema uit het openingsdeel. Het is alsof we ontwaken uit het waas van zwaarmoedigheid waarin we zaten. De solist speelt heel vrij. Na dit frisse begin ontstaat er even dreiging als ook het zwaarmoedige eerste thema even terugkeert, maar dan breekt de viool in en gaat het tempo omhoog. Het gehele orkest komt tot leven. Iedereen begint als het ware te zingen en te dansen in een pretentieloze stemming. De fantasie slaat op hol en het dak gaat eraf.”
NRC: Nieuw vioolconcert van Mathilde Wantenaar is al mooi en zal nog verder rijpen.
Zaterdag speelde Simone Lamsma een nieuw vioolconcert van de gewilde componist Mathilde Wantenaar. Het is mooi, ronduit sprookjesachtig, maar nog niet alles is zaterdag meteen op zijn plek geland.
In de NTR ZaterdagMatinee ging zaterdagmiddag het Eerste vioolconcert vanin première, geschreven voor en gespeeld door violiste Simone Lamsma. Kanttekening: Wantenaar liet de orkestratie van het eerste en derde deel uit tijdnood over aan componist Tijmen van Tol.
Mooi en sprookjesachtig is de muziek van Wantenaar , met genoeg harpen en klokkenspel om je in een rooskleurige wereld te wanen, maar te weinig om kitscherig te worden. Lage tonen zijn zo zeldzaam dat ze opvallen als ze even klinken.
Het eerst deel (lento, ‘langzaam’) lijkt een mijmering naar een mooi verleden, met hier de vage contouren van een Gershwin-erig New York, en daar een fantasie over één van de duizendenéén nachten. Dirigent Karina Canellakis laat mooie dynamische golven door het Radio Filharmonisch Orkest gaan, al reageren de strijkers soms wat tam op zoveel mooie herinneringen.
Dirigent Mathilde Canellakis doseert nauwelijks in Bruckners Achtste . Niet in details, en niet in grote lijn
Anti-virtuoos
Violiste Simone Lamsma, voor wie het vioolconcert geschreven is, wilde „aan het werk gezet worden” door Wantenaar. Maar Wantenaar doet dat niet met veel virtuoze passages met snelle nootjes en ingewikkelde sprongen. Júist niet. Het meeste zou je ronduit anti-virtuoos kunnen noemen. Trage melodieën moet Lamsma spelen; lange lijnen, op het langzaamste punt zelfs één toon van negen trage streken lang. Zelfs in de cadens (de solo, vloeiend van Bachsuite-achtig richting Oost-Europees emotioneel) waar Lamsma zo hoog moet spelen dat ze bijna haar stok raakt, moet dat alsnog relatief traag. Dat brengt een heel andere moeilijkheidsgraad met zich mee: rake intonatie, kleuring, het opbouwen en laten vieren van spanning.
Lamsma brengt het er goed vanaf, maar je merkt ook dat die anti-virtuositeit spannend terrein is. Niet overal weet ze even zeker wat ze ermee aan moet. Opgaan in het orkest of een eigen verhaal vertellen? Soms lijkt ze haar eigen overtuiging te missen.
Leuke dingen
De eerste twee delen zijn in hun traagheid het spannendst. Het derde, vrolijker fladderende deel slaagt wat minder als eenheid. Het is meer een bonte verzameling ‘leuke dingen’ die allemaal om de beurt klinken. Een paar noten gedempte trompet, contrafagot, een grote trom, eventjes wat klokken, een stukje vibrafoon, dan plots een Russisch aandoende tutti; voor je het weet vergeet je op de soloviolist te letten, zelfs nu die partij wat virtuozer is.
Het vioolconcert is al mooi, maar de indruk blijft hangen dat er nog iets te rijpen ligt dat we gaan proeven in volgende uitvoeringen. Wie weet dan wel in een volledige orkestratie van Mathilde Wantenaar zelf.
Minder overtuigend is daarna Canellakis’ Achtste symfonie van Bruckner. Er schort niets aan de strijkersklank van het RadiFil, en de koperklank komt prima op temperatuur. Maar Canellakis doseert nauwelijks. Niet in details, en niet in grote lijn. Bruckners Achtste is een lijvig stuk van lang rijpende akkoorden waarbij je onherroepelijk afdwaalt in je eigen gedachten die door Bruckner onopvallend maar zeker ingekleurd worden, tot hij je met een plotselinge spannende passage weer naar het werkelijke nu trekt. Maar Canellakis probeert ook die niet-spannende delen elektrisch te laden en hortend vooruit te duwen. Het resultaat is dat je nergens meer wakker wordt geschud.
Rahul Gandolahage, NRC, 25 september 2022.
---
BASIA CON FUOCO: Werelden van klankkleuren. Van van Veldhuizen en Mahler en van Wantenaar en Bruckner in het Concertgebouw.
Aan het begin van het Matinee-concert met Mathilde Wantenaars nieuwe vioolconcert valt meteen de orkestopstelling op. Eerste violen links, tweede violen rechts, contrabassen links, harpen rechts, en celli, altviolen in het midden, met daarachter alle koperblazers. Die speelden bij het vioolconcert nog niet allemaal mee. Die zouden pas ingezet worden bij het tweede stuk van de Matinee, Bruckners achtste symfonie. Waarschijnlijk was ook Bruckner de reden van deze opstelling, want die lijkt afgeleid van de bij de Wiener Philharmoniker gebruikelijke indeling.
Net als Rick van Veldhuizen koos ook Mathilde Wantenaar voor een wondere klankwereld, met name in het eerste deel, een Lento. Na een eerste omfloerst majeurakkoord in het orkest opent het stuk met een dalend viernotig motief op de viool, in een Frygisch-mineur-achtige kerktoonsoort. Dat motief zal verschillende keren worden herhaald, een prachtig archaïserend lamento-thema dat de schuchtere majeurstemming van de openingsnoten naar melancholisch-mineur dwingt. Weelderige ingetogen orkestklanken volgen, waaraan de viool telkens een wending geeft naar sobere berusting. Het Lento-deel eindigt met een lange zangerige cadens in de hoogste registers, gedeeltelijk in ijle flageolettonen.
Ook het tweede deel is tamelijk langzaam. Hierin koos de componiste voor een traditioneler tonaal idioom, al contrasteren die wel met momenten van spannende diffusere harmonie, en het deel eindigt ook verstilde met het Frygisch-achtige motief op de viool waarmee het concert opende. Pas het derde deel is snel, met veel dansritmes, en opnieuw halsbrekende partijen voor de soloviool.
Simone Lamsma schijnt tegen de componist te hebben gezegd schrijf alles maar op wat je wil, ik speel het toch wel. En dat gebeurde. Associaties met Sibelius, Szymanovski en De Falla doemen soms op, en in die volgorde weerspiegelen de componisten eigenlijk ook de opbouw van dit vioolconcert.
Neil van der Linden, Basia con Fuoco, 2022.